De wetgever past de drempelwaarden of groottecriteria voor ondernemingen in het Wetboek Vennootschappen en Verenigingen (WVV) aan de inflatie. De laatste aanpassing dateert immers al van 2015.
Bepaalde voordelen zijn afhankelijk van de groottecriteria van de vennootschap, bijv. in het kader van bepaalde vrijstellingen doorstorting bedrijfsvoorheffing (BV).
Kleine vennootschap
Men maakt een onderscheid tussen ‘kleine’ vennootschappen en vennootschappen die niet als dusdanig kunnen worden gekwalificeerd. Kleine vennootschappen zijn vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van de volgende criteria overschrijden:
Huidige criteria Boekjaren met aanvang na 31/12/2023
jaargemiddelde van het aantal werknemers 50 50
jaaromzet, exclusief BTW 9.000.000 11.250.000
balanstotaal 4.500.000 6.000.000
Microvennootschap
Microvennootschappen zijn kleine vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die op balansdatum van het laatst afgesloten boekjaar geen dochtervennootschap of moedervennootschap zijn en die niet meer dan één der volgende criteria overschrijden.
Huidige criteria Boekjaren met aanvang na 31/12/2023
jaargemiddelde van het aantal werknemers 10 10
jaaromzet, exclusief BTW 700.000 900.000
balanstotaal 350.000 450.000
Let op ! Als de vennootschap met één of meer andere vennootschappen verbonden is, worden de criteria berekend op geconsolideerde basis.
Microvennootschappen worden gedefinieerd als een subcategorie van kleine vennootschappen. Bijgevolg zijn de bepalingen die gelden voor kleine vennootschappen onder bepaalde voorwaarden ook van toepassing op microvennootschappen. Voor meer informatie over de berekeningswijze kan u ten rade gaan bij uw accountant en/of boekhouder.
Bepaalde voordelen, ook in het kader van de HR fiscaliteit, zijn afhankelijk van de groottecriteria van de vennootschap. Het al of niet beantwoorden aan het begrip kleine of micro vennootschap is onder meer van belang in het kader van de toepassing van bepaalde vrijstellingen doorstorting BV.
Voorbeeld: Ondernemingen die minder dan 48 maanden oud zijn, kunnen genieten van een vrijstelling doorstorting van bedrijfsvoorheffing voor startende ondernemingen (BV-vrijstelling starters). Voor KMO-ondernemingen (kleine vennootschap) bedraagt het percentage van de BV-vrijstelling 10%. Micro-vennootschappen krijgen een extra impuls doordat het percentage voor hen opgetrokken wordt tot 20%.
Let op ! Er bestaan verschillende definities van een “KMO”. Onderzoek dus telkens goed naar welke criteria de specifieke regeling verwijst.
Ook in het kader van de vrijstelling doorstorting BV zijn er uitzonderingen op de regel. Voor de vrijstelling doorstorting BV steunzone en Young Innovative Companies (YIC's in het kader van wetenschappelijk onderzoek) gelden andere groottecriteria.
De aanpassing is van toepassing op de boekjaren die een aanvang nemen na 31 december 2023, maar hou hierbij rekening met het consistentiebeginsel.
Wijziging van categorie - consistentiebeginsel: Wanneer meer dan één van de drie voormelde criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich gedurende twee opeenvolgende boekjaren voordoet (consistentiebeginsel). De gevolgen gaan in dat geval in vanaf het boekjaar dat volgt op het boekjaar gedurende hetwelk voor de tweede keer meer dan één van de criteria werden overschreden of niet meer werden overschreden. Door een éénmalige overschrijding zal een vennootschap haar statuut van kleine vennootschap niet verliezen. Evenmin zal een vennootschap door het éénmalig niet overschrijden van meer dan één criterium een kleine vennootschap worden. Het consistentiebeginsel werd ingevoerd om te vermijden dat kleine ondernemingen die bijvoorbeeld een uitzonderlijk jaar achter de rug hebben, hun kwalificatie als kleine vennootschap zouden verliezen.
Bron: https://www.sd.be/ellawebsite