NL
Gepubliceerd op 27/02/2024

Economische arbeidsmigratie: Vlaanderen versoepelt en verstrengt tegelijk

Vanaf 1 maart 2024 wijzigt het Vlaamse Gewest sommige regels over de arbeidskaarten en de single permits.

Niet-EER-onderdanen hebben in principe een single permit of arbeidskaart B nodig om in Vlaanderen te werken. De arbeidskaart B geldt voor tewerkstellingen van minder dan 90 dagen, en de single permit voor langere periodes. Beide documenten worden verder in dit nieuwsbericht als ‘toelating tot arbeid’ vernoemd.

Met de wijzigingen heeft het Vlaamse Gewest vooral twee doelen in het oog:

  • enerzijds buitenlandse werknemers blijven aantrekken voor de talrijke openstaande knelpuntberoepen, maar ook voor jobs die bijdragen tot de groei van Vlaanderen als kenniseconomie;
  • anderzijds sommige regels verstrengen om de fraudes en misbruiken te bestrijden.

In dit nieuwsbericht geven we de voornaamste wijzigingen weer die deze doelen concreter maken.

Situering

Op 1 januari 2019 heeft Vlaanderen een nieuw economisch migratiebeleid ingevoerd. Dit beleid is op een concentrische visie gestoeld. In functie van de concrete behoeften van de arbeidsmarkt kunnen Vlaamse werkgevers gemakkelijk hooggeschoolden en bepaalde middengeschoolde knelpuntprofielen aanwerven.

Voor deze profielen geldt immers een vermoeden van tekort waardoor werkgevers niet vooraf de Belgische en Europese arbeidsmarkt moeten bevragen.

Vandaag speelt de arbeidsmarktkrapte meer dan ooit. Het Vlaamse Gewest wil dus een oplossing bieden voor deze tekorten op de arbeidsmarkt.

4 soorten vacatures

Vacatures voor hooggeschoolde profielen

Voor hen zal de Vlaamse overheid toelatingen tot arbeid blijven toekennen op voorwaarde dat ze een bepaald kwalificatieniveau kunnen aantonen en dat ze een bepaalde jaarloongrens bereiken. De betrokken werkgever moet hier niet bewijzen dat hij niemand op de arbeidsmarkt vindt.

Vacatures voor middengeschoolde functies

die op de ‘beperkte’ knelpuntberoepenlijst staan. Deze lijst bevat momenteel 29 beroepen die opgenomen zijn in een Vlaams besluit. Voor deze functies moet de werkgever ook niet bewijzen dat hij niemand op de arbeidsmarkt vindt. De Vlaamse overheid engageert zich nu om deze lijst sneller te actualiseren om nog beter op de behoeften van de aanwervende werkgevers in te gaan.

Vacatures die op de ‘ruime’ VDAB-knelpuntberoepenlijst staan.

Deze lijst telt momenteel 234 beroepen. Hier ook engageert de Vlaamse overheid zich om de lijst sneller aan te passen.

De overige vacatures

Voor deze functies stelt Vlaanderen dat er voldoende arbeidskrachten op de arbeidsmarkt te vinden zijn. Het zal voortaan de aanvragen van toelatingen tot arbeid voor deze functies weigeren. De poort is hier dus dicht.

Publicatie vereist

Voor de derde categorie van vacatures die dus op de ruime VDAB-lijst staan, moet de werkgever kunnen bewijzen dat hij de vacature gedurende minstens 9 weken op de platformen van de VDAB en EURES publiceerde. Bovendien moet de werkgever de actieve bemiddeling van de VDAB bij de publicatie vragen.

En tenslotte vereist de vacature een minimaal kwalificatieniveau (niveau 2, 3 of 4).

Bijkomende bewijzen

Bij de aanvraag van toelatingen tot arbeid voor categorieën 2 en 3 moet de werkgever nu bijkomende elementen voorleggen, onder meer:

  • een uitgebreide beschrijving van de functie en van het takenpakket, en
  • extra documenten (diploma of bewijs van beroepservaring) die de kwalifcatie van de werknemer aantonen.

Minimale tewerkstelling

Buitenlanders van categorieën 2 en 3 moeten trouwens nu ook minstens 80% werken.

En wat nog?

In een notendop vind je hieronder nog andere nieuwigheden die vanaf maart 2024 gelden:

  • Hooggeschoolden moesten bewijzen dat ze minstens 3 jaar gestudeerd hebben of dat ze een kwalificatieniveau 5 hebben behaald. Alleen de tweede optie blijft nu overeind.
  • Net als voor buitenlandse jongeren (minder dan 30 jaar) en verpleegkundigen past de Vlaamse overheid een lagere jaarloongrens toe wanneer onderwijsinstellingen niet-EER-leerkrachten aanwerven. Hun vereiste jaarloon ligt bijvoorbeeld lager dan voor een ‘oudere’ hooggeschoolde.
  • Een buitenlander met een blauwe kaart kan na 12 maanden van werkgever veranderen zonder dat de nieuwe werkgever een nieuwe toelating moet aanvragen. De blauwe kaart is voorbehouden voorhooggeschoolden met minstens een kwalificatieniveau 6 en die goed betaald zijn. De jaarloongrens bedraagt momenteel 55.958 EUR en zal tot 60.622 EUR opgetrokken worden.
  • Het nieuwe besluit past ook de lijst aan van buitenlanders die vrijgesteld zijn van toelating tot arbeid. Vroeger sprak men van handelsvertegenwoordigers en nu van personen die bepaalde tijdelijke handelsactiviteiten komen verrichten die verband houden met de zakelijke belangen van de werkgever. Toerismepersoneel, vertalers en tolken zullen voortaan ook van de vrijstelling kunnen genieten wanneer ze tijdelijk hier zijn.
  • Bij de behandeling van de aanvragen van toelating tot arbeid krijgt de Dienst Economische Migratie (DEM) de hulp van een controlekamer. Deze nieuwe kamer screent o.m. de aanvragende werkgevers op hun activiteit en hun financiële kredietvaardigheid. De uitgebreide screening geldt ook voor pas opgerichte bedrijven (minder dan 3 jaar) of bedrijven zonder personeel.
  • De DEM krijgt ook 11 koppen bij. De versterking zou moeten helpen om de doorlooptijden bij de aanvragenkorter te maken.
  • Buitenlanders met een single permit zullen voortaan bijkomend een flexi-job kunnen uitoefenen. Voor de flexi-job vereist de Vlaamse overheid geen toelating tot arbeid.
  • Op termijn zou de Vlaamse overheid een expatcentrum oprichten waarbij buitenlanders terecht kunnen voor hun bijkomende vragen.

Bron: https://www.sd.be/ellawebsite