NL
Gepubliceerd op 04/11/2022

Tijdelijke werkloosheid energie: verlenging

In een vorig nieuwsbericht informeerden we jullie reeds over de invoering van het bijzonder stelsel van tijdelijke werkloosheid om economische redenen voor energie-intensieve bedrijven. Deze regeling was al van toepassing van 1 oktober t.e.m. 31 december 2022. Nu werd ze verlengd tot 31 maart 2023. We hernemen hier de voornaamste principes en vullen aan met een aantal verduidelijkingen.  

Energie-intensieve bedrijven, voor arbeiders én bedienden 

Deze vorm van tijdelijke werkloosheid kan zowel voor arbeiders als voor bedienden gelden. U moet voldoen aan één van deze voorwaarden:

  • de aankoop van energieproducten (inclusief andere dan aardgas en elektriciteit) bedraagt 3% van de toegevoegde waarde in het kalenderjaar 2021;

OF

  • de definitieve energierekening voor het trimester voorafgaand aan het trimester waarin u gebruik maakt van deze vorm van tijdelijke werkloosheid is verdubbeld ten opzichte van de definitieve energierekening voor hetzelfde trimester van het voorafgaande jaar.

Het begrip toegevoegde waarde is het verschil tussen de volgende totaalbedragen:

  • het totaalbedrag van de omzet, vermeerderd met de andere bedrijfsopbrengsten, de productie in voorraad en de geproduceerde vaste activa (met uitzondering van de exploitatiesubsidies en compenserende bedragen);
  • het totaalbedrag van de aankoop van handelsgoederen, grondstoffen en hulpstoffen, vermeerderd met de aankoop van diensten en diverse goederen.

Indien uw bedrijf nog niet was opgericht in hetzelfde trimester van het voorafgaande jaar, kan u de verdubbeling van de definitieve energierekening aantonen aan de hand van de energierekening die u zou hebben betaald in dit trimester op basis van de toenmalige geldende energieprijzen. 

Voor de bedrijven die behoren tot de socialprofitsector, kan een ministerieel besluit afwijkende criteria voorzien. 

Duur 

  • Een volledige schorsing kan voor maximum vier weken ingeroepen worden. 
  • Een regeling van gedeeltelijke arbeid kan voor maximum drie maanden, als zij minder dan drie arbeidsdagen/week of minder dan één arbeidsweek/twee weken omvat ('grote schorsing').

Het invoeren van een regeling van gedeeltelijke arbeid met minstens drie arbeidsdagen per week of minstens één arbeidsweek per twee weken (‘kleine schorsing’), is hier niet voorzien. 

Deze maximumduur geldt ook voor paritaire comités die via een koninklijk besluit een langere duur voorzien.

Er geldt geen verplichte werkhervatting bij het bereiken van de maximumduur. De werkgever kan dus onmiddellijk opnieuw gebruik maken van het systeem, zonder eerst opnieuw een regeling van volledige arbeid in te voeren. 

Formaliteiten 

De werkgever moet aan de hand van het formulier C106A-ENERGIE bewijzen dat hij voldoet aan de voorwaarden om tijdelijke werkloosheid economische redenen in te voeren. 

Een verklaring op eer van de werkgever volstaat. De RVA zal zorgen voor een bevestiging aan de werkgever. U moet de bewijsstukken ter beschikking houden van de RVA. Het bijzonder stelsel zal voor alle mededelingen gelden die u nadien verstuurt. U moet dus maar één keer het formulier indienen bij de RVA. 

Voor uitzendkrachten moet de gebruiker zowel het formulier C106A-ENERGIE als de mededelingen van de voorziene economische werkloosheid en de mededelingen van de eerste effectieve werkloosheidsdag versturen. 

Ten minste vijf kalenderdagen voor de voorafgaande mededeling aan de RVA, moet de werkgever het formulier bezorgen. De RVA hanteert hier nog steeds een soepele houding. Zodra de RVA de werkgever op de hoogte brengt over de aanvaarding van zijn dossier, kan de kennisgeving gebeuren. 

Er geldt nog steeds een vrijstelling voor de verplichting inzake controlekaart (C3.2A en validatieboek) tot 31 december 2022. 

Voorafgaande mededeling 

De werkgever moet een kennisgeving aan de RVA, de overlegorganen en de werknemers doen ten minste drie kalenderdagen vóór de eerste voorziene werkloosheidsdag (de dag van de kennisgeving en de eerst voorziene werkloosheidsdag niet inbegrepen). Als reden van de tijdelijke economische werkloosheid geeft u ‘werkgebrek’ of ‘schorsing bedienden’ op. We adviseren om als bijkomende commentaar in de kennisgeving te verwijzen naar de C106A-ENERGIE. 

Op de dag van de voorafgaande kennisgeving aan de werknemers moet de werkgever aan de ondernemingsraad of bij gebrek hieraan, aan de syndicale afvaardiging, de economische redenen meegeven. 

Maandelijkse mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag 

Maandelijks moet de werkgever de eerste effectieve werkloosheidsdag meedelen aan de RVA. De mededeling moet op elektronische wijze en onmiddellijk gebeuren. 

Wijziging in de regeling van tijdelijke werkloosheid 

De werkgever kan het oorspronkelijk aantal werkloosheidsdagen verhogen of overstappen van een regeling van gedeeltelijke arbeid naar een regeling van volledige schorsing. In die gevallen moet de werkgever de werknemers en de RVA verwittigen. Het verlagen van het aantal werkloosheidsdagen is ook mogelijk. Dan moet u enkel de werknemers verwittigen. 

Sanctie 

De werkgever die de mededelingsformaliteiten niet naleeft, moet loon betalen aan de werknemer. Tijdens een periode van 7 dagen, vanaf de eerste dag van de werkelijke schorsing, moet de werkgever het normaal loon betalen. Bij een laattijdige mededeling van de eerste effectieve werkloosheidsdag, moet de werkgever loon betalen voor de dagen voorafgaand aan de laattijdige mededeling. 

Uitkering 

De werknemer ontvangt een uitkering van de RVA die gelijk is aan 70% van het begrensde brutoloon. 

Daarbovenop betaalt de werkgever een aanvulling van 6,22 EUR/dag (indexgebonden bedrag). Sectoren of bedrijven waar de werkgever of het Fonds reeds een aanvulling van minstens 6,22 EUR voorziet, moeten deze aanvulling niet voorzien. Het bedrag mag niet lager liggen dan het bedrag voorzien voor arbeiders en bedienden in de klassieke tijdelijke werkloosheid om economische redenen. 

Gelijkstelling met klassieke regeling tijdelijke werkloosheid economische redenen 

Het bijzondere stelsel is gelijkgesteld met de klassieke regeling tijdelijke werkloosheid om economische redenen voor arbeiders en bedienden voor alle rechten van de werknemers die daaruit voortvloeien. Waar we een verwijzing zien naar de klassieke regeling, zal dat ook van toepassing zijn op dit bijzondere stelsel. Er geldt dus een gelijkstelling voor de wettelijke vakantie. Voor de berekening van de eindejaarspremie, jaarpremies en ecocheques kunnen sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten een gelijkstelling voorzien voor tijdelijke werkloosheid om economische redenen. Voor deze vorm van tijdelijke werkloosheid geldt dat dan ook. De werknemer heeft het recht om tijdens de periode van tijdelijke economische werkloosheid de arbeidsovereenkomst te beëindigen zonder opzegging. Dat geldt dus ook voor deze vorm van tijdelijke werkloosheid. 

Schorsing opzeggingstermijn 

Bij een opzegging gegeven door de werknemer vóór of tijdens deze tijdelijke werkloosheid, blijft de opzeggingstermijn lopen. 

Bij een opzegging gegeven door de werkgever, houdt de opzeggingstermijn op te lopen. 

Deze schorsing is ook van toepassing op de opzeggingstermijnen die reeds aangevangen zijn vóór 3 november 2022 (de datum van bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad). Het gaat om schorsingen die zich voordoen vanaf 1 oktober.

Ten onrechte ingeroepen tijdelijke werkloosheid 

Als bij controle blijkt dat er geen sprake is van tijdelijke werkloosheid of de werkgever voldoet niet aan één van de voorwaarden van energie-intensief bedrijf, geldt er een sanctie voor de werkgever. De werkgever moet het normaal loon aan de werknemer betalen voor de ten onrechte ingeroepen dagen. De werknemer is immers niet verantwoordelijk voor de fout van de werkgever. 

Bij tijdelijke werkloosheid kent de RVA volgens bepaalde voorwaarden een uitkering toe aan de werknemer. Als achteraf blijkt dat het gaat om een ten onrechte toegekende uitkering, kan de RVA die normaal terugvorderen van de werknemer. 

De RVA kan de ten onrechte betaalde bruto werkloosheidsuitkeringen nu terugvorderen bij de werkgever. De werkgever kan nadien het nettobedrag van de aan de RVA terugbetaalde uitkeringen, inhouden op het nettoloon van de werknemer.

Bron: https://www.sd.be/ellawebsite